Vorig jaar stemden Provinciale Staten onder grote druk
van het Rijk in met de plaatsing van tien windmolens van maximaal honderd meter
hoog in Hardenberg en Ommen. De VVD had toen al grote moeite met dit besluit,
en verbond er de voorwaarde aan dat het hierbij zou blijven. Nu blijken er
plannen te zijn voor het optrekken van de hoogte naar 135 meter. Dat betekent
flink veel extra overlast voor omwonenden.
De keuze om vorig jaar akkoord te gaan was
onvermijdelijk, zegt woordvoerder Jeannette Rikkink: ‘Deden we dat niet, dan
zou de minister besluiten waar, hoe hoog en hoeveel. Op deze manier hielden we
zelf nog enige invloed en konden we het beperken tot dit aantal en deze
ashoogte.’ Ze was dan ook onaangenaam verrast door de plannen om toch weer aan
de afspraken te gaan tornen: ‘Er wordt heel luchtig over gedaan, alsof het
niets uitmaakt dat de molens 35 meter hoger worden. Natuurlijk, de opbrengst
zal hoger zijn, maar de overlast ook. We zijn onlangs op werkbezoek geweest in
Flevoland en konden daar zelf ervaren hoe het is als je dichtbij zo’n windmolen
staat. Je hoort en het je voelt het. Als je in de buurt van de molens woont dag
in dag uit. Dat wens je niemand toe.’
Rikkink vreest dat het in Overijssel niet anders zal zijn: ‘Uit de Milieu Effect Rapportage blijkt klip en klaar dat de geluidsoverlast door hogere molens veel groter is. Het ligt bovendien voor de hand dat ook de visuele overlast zal toenemen. We hebben het dan over slagschaduwen en de inpassing in het landschap. Als VVD willen we daarom nadrukkelijk de belangen van de omwonenden blijven meenemen in de besluitvorming en niet alleen kijken naar de exploitatie. Mensen zijn belangrijker dan windmolens.’