VVD verontrust over degradatie spoorverbinding met Berlijn

Terwijl de Duitse spoorwegen op een groot aantal lijnen nieuwe treinen inzetten, moet de verbinding van Amsterdam naar Berlijn het de komende jaren met verouderd en onbetrouwbaar materieel doen. De VVD trekt in Oldenzaal en Provinciale Staten aan de bel.

Fractievoorzitter Lex Schukking van de Oldenzaalse VVD spoort zijn college van burgemeester en wethouders tot actie aan. In Provinciale Staten van Overijssel heeft Jeannette Rikkink, vice-voorzitter van de VVD-fractie, vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten. ‘We wisten niet beter dan dat in 2016, volgend jaar al dus, de verbinding een upgrade zou krijgen, met ICx-treinen, de nieuwste generatie materieel voor de lange afstand. Tot onze verbazing heeft de Deutsche Bahn besloten, op deze lijn met de oude treinen door te rijden. Wellicht met de gedachte: als we al ons verouderde materieel op deze lijn inzetten, bestaat de kans dat er in ieder geval een aantal in Amsterdam aankomt.’

Ze wijst op recente problemen: ‘Het is bekend dat op dit traject regelmatig treinen stilstaan of volledig uit de dienstregeling worden genomen. Dat is tijdens de hitte begin juli nog gebeurd. Reizigers moesten dan met de bus vanaf Bad Bentheim naar bestemming in Nederland. Dat is natuurlijk onacceptabel voor zo’n belangrijke verbinding. Het vertrouwen van de reiziger wordt bovendien zwaar op de proef gesteld, waar ook de andere grensoverschrijdende lijnen onder lijden.’

De VVD vindt dat Gedeputeerde Staten de bestuurders in de naburige deelstaten moeten ondersteunen in hun terechte bezwaren: ‘Mede in het licht van de nieuwe treinverbinding Bielefeld - Hengelo is dit van belang. Langs dat deel van dezelfde lijn, de internationale TEN-T Corridor2, zullen zowel aan Nederlandse als aan Duitse kant aanpassingen en investeringen plaatsvinden. Ook de ICx zal hiervan profiteren.

Rikkink roept Gedeputeerde Staten daarbij op om druk uit te oefenen op de minister, Nederlandse Spoorwegen en de verantwoordelijke Duitse bestuurders: ‘De boodschap die we willen meegeven, in grote vriendschap, is dat de zo geroemde samenwerking met onze oosterburen, langs de belangrijkste lijn tussen onze hoofdsteden, ook tot uiting zou moeten komen door inzet van kwalitatief hoogwaardig materieel.’