Windturbines in de nabijheid van woonwijken, stads- en dorpskernen baart de VVD Overijssel oprecht zorgen

Het aspect volksgezondheid in relatie tot het plaatsen van omvangrijke windturbines in de dichte nabijheid van woonwijken, stads -en dorpskernen baart de VVD-Overijssel oprecht veel zorgen. Daarom had zij voor de Statenvergadering van woensdag 2 juni een motie vreemd voorbereid. Zij riep hierin het college op expliciet rekening te houden met de afstand van windmolens tot bestaande- en toekomstige woonwijken. Momenteel doet het RIVM-onderzoek naar de relatie tussen gezondheid en het wonen vlakbij windturbines. Leferink wees in dat kader het college van GS nog even fijntjes op het begrip ‘voorzorgbeginsel’.

 
Medio zomer verwacht het RIVM haar onderzoek naar de gevolgen van deze problematiek af te ronden. Woordvoerder Ruimte Dinand Leferink; “Laten we nu niet te ver op de muziek vooruitlopen. Het gaat om een groot goed namelijk het welzijn van onze inwoners. Naast de volksgezondheidsaspecten wilden we ook een duidelijk signaal afgeven dat huidige- en toekomstige bouwplannen niet worden gedwarsboomd door de komst van zonneparken of windmolens”. 

Tijdens de vergadering is door gedeputeerde Tijs de Bree toegezegd dat de punten uit de motie worden meegenomen in de MER-rapportage (Milieueffectrapportage). Net als de onderzoeksresultaten van het RIVM-onderzoek. Daarom heeft de VVD besloten de motie (zie bijlage) tot nader orde aan te houden. Uiteraard blijft de VVD alle ontwikkelingen op dit dossier nauwgezet volgen. Wellicht geeft dit aanleiding de motie ‘af te stoffen’ en opnieuw in te dienen.