Spreektekst fractievoorzitter Regien Courtz tijdens de algemene beschouwingen.
Voorzitter,
Vorig jaar rond deze tijd was de inkt van het coalitieakkoord net droog. En er is veel besproken tijdens de onderhandelingen, maar een pandemie hadden we zeker niet voorzien. De VVD-fractie wil dan ook starten met een welgemeend compliment richting het college. Zij heeft de afgelopen maanden snel ingespeeld op de actualiteit en door maatregelen als het nog sneller betalen, het adviseren van MKB’ers en het opschorten van inningen bij betalingsproblemen laten zien dat zij met 2 benen in de samenleving staat. Daar komt het investeringsfonds van vandaag bij en het Hertelplan op termijn. Ook waardering richting de griffie voor haar snelle schakelen.
Voorzitter, waar China en Italië eerst nog ver weg leken, werden de beelden op TV van de afgesloten steden en de af en aan rijdende ambulances al snel persoonlijke realiteit in de eigen omgeving. De VVD-fractie denkt aan iedereen die getroffen is door deze ziekte en iedereen die zich keihard heeft ingezet, van het IC-personeel tot aan de BOA’s. Met de wekelijkse persconferentie kwam de Staat onze huiskamers binnen. Haar rol werd voor iedereen voelbaar. Voor liberalen is dat wennen. En niet direct comfortabel. Maar, in een periode van ‘overleven’ staan heilige huisjes zeker niet voorop.
Nu we de periode van ‘overleven’ achter ons hebben gelaten, komt er een periode van het ‘aan de gang helpen’. We moeten nadenken over de economie van straks. Meer lokaal wellicht, maar in elk geval 1 waar we allemaal weer aan het werk kunnen. Dat hebben onze ondernemers nodig. Maar in brede zin heel Overijssel. Er is nog geen sprake van een systeemcrisis. Laten wij er alles aan doen om de voorspelde economische krimp van een kleine 6% in Overijssel, weer om te zetten in groei. Laten we er alles aan doen om orderstroom op gang te helpen, bij die 70% van onze Overijsselse ondernemers waar deze was weggevallen. En laten wij er alles aan doen om die meerderheid van kleine ondernemers die bang is voor haar voortbestaan, perspectief te geven.
Hier ligt wat ons betreft een duidelijke rol voor de provincie. Het coalitieakkoord is een stevige basis. Nu niet inbinden op ambities, maar juist een tandje bij zetten waar dat kan. Laten we ons uit de crisis investeren. We hadden al de zorg van de stikstofcrisis. Het feit dat er nog geen ruimte is om extern te salderen. Dat er nog geen drempelwaarden zijn. Waardoor er nog te veel plannen op de plank liggen. Juist nu is het belangrijk dat wij aan de slag gaan. Zodat we niet alleen provinciale opgaven realiseren maar door werk weg te zetten in de markt ook onze ondernemers helpen.
Als voorbeeld noem ik de woningmarkt. Er is een enorme vraag naar huizen in delen van de provincie. Overijsselaars willen hier blijven. Mensen uit de Randstad zoeken hier een plek. Deze vraag heeft een stuwende werking op de prijs. Meer huizen, meer bouwen, zou de oplossing zijn. Maar plannen blijven op de plank liggen. Dat betekent niet alleen dat onze inwoners geen plek hebben om te wonen. Dat betekent ook minder liquide middelen voor ondernemers en zorg voor al die Overijsselaar die hun brood verdienen in de bouwsector. Voorzitter, we doen er van alles aan, we horen uit de sector dat Overijssel voortvarend aan de slag is. Maar we horen ook dat er plannen vastlopen op stikstof. In de commissie heeft gedeputeerde Ten Bolsscher de problematiek geschetst. Ik wil graag horen van de gedeputeerde welk actie hierop genomen gaat worden, en waar wij als staten wat in kunnen betekenen, zodat die ruimte voor gemeenten er weer komt.
Voorzitter, we horen graag van het college – in algemene zin - of zij mogelijkheden ziet om voorgenomen investeringen te versnellen. Ook horen wij graag of het college actief inzet bij het Rijk om – nu er ongetwijfeld een beweging komt om meer lokaal in plaats van mondiaal te organiseren – Overijssel als landingsplaats te laten fungeren. We hebben gezien hoe kwetsbaar we zijn als we afhankelijk zijn van andere landen voor gezondheidszorg. Maar we denken ook aan veiligheid en energie.
In algemene zin staan we achter de inhoud van de P-nota en meeste voorgenomen besluiten. In de volgende termijn komen we met een aantal suggesties. De afgelopen periode was een periode vol onzekerheid. En de zekerheid die we hebben is dat het onzeker blijft. Maar wij zijn trots op de manier waarop we hier in Overijssel naar hebben gehandeld. De creativiteit van ondernemers. De inwoners die massaal lokaal zijn gaan kopen. Voorzitter, ik weet 1 ding zeker: in Overijssel komen we hier sterker uit, omdat het in onze mentaliteit zit om ‘samen te bouwen aan Overijssel’.
Voorzitter, wat we ook een plek willen geven is de polarisering die meer en meer doorzet en de daaraan gerelateerde politieke cultuur. Een soort van begrensde polarisatie, tussen partijen en maatschappelijke blokken, tussen minderheden die zich actief mengen en meerderheden die dat niet doen is logisch en hoort bij de secularisatie van de cultuur. Wat ons opvalt is dat die grenzen rondom de polarisatie meer en meer vervagen. Dat we dreigen door te schieten in extremen. Kamerleden maken Ministers uit voor sluipmoordenaars. Een beeldenstorm is een reactie op raciaal politiegeweld en alleen met veel meel in de mond kun je misschien een reactie formuleren die goed valt. Ik spreek hier de hoop uit dat wij, als Statenleden hier in Overijssel, laten zien dat we ‘samen bouwen aan Overijssel’, dat we elkaars plannen op z’n merites beoordelen, dat wij niet bij voorbaat uitsluiten en dat wij ons college zien als ons college.