De VVD-fractie in het waterschap Vechtstromen is mordicus tegen het verruimen van de
investeringsruimte. De liberalen zijn van
mening dat de schuldenpositie van het waterschap moet worden aangepakt en dat
het geld niet zomaar in nieuwe investeringen moeten worden gestopt. De
belastingbetaler is volgens hen de dupe.
In de commissie Besturen en organiseren stelt de VVD dat
het waterschap in eigen vlees moet snijden en de rekening niet bij de
belastingbetaler moet neerleggen. Verder is er voldoende investeringsruimte om
de geplande projecten te realiseren. De VVD vindt het aanpakken van de
schuldpositie van het waterschap de beste remedie om de lastendruk te
verlagen.
‘U legitimeert die extra lastenverhoging van 0,5% tot
gemiddeld 3,2% met een wel heel goedkoop argument dat dit onder de landelijke
streefnorm ligt van 5%’, houdt de VVD-fractie het dagelijks bestuur
voor. ‘Dat kan nog leuk worden. Ga de uitdaging toch aan om daar ver onder te
gaan zitten, in plaats van excuses zoeken voor een verhoging. Het is allemaal
heel erg doorzichtig en weinig uitdagend. Ook Vechtstromen heeft last van de
overheidskwaal: pakken wat je pakken kunt. Die 0,5 % lastenverhoging komt neer
op 6.8 miljoen euro per jaar. Dat is precies het bedrag van de verhoging van de
investeringsruimte. In de voorstellen zijn vooral de inwoners de Sjaak of zo u
wilt de Sjakelien.’
De VVD-fractie werkt dan ook niet mee aan deze
meerjarenvoorstellen: 'Wij dringen er op aan, de investeringen te
bevriezen op het niveau van 2015 en de extra investeringen tot 2020 te
schrappen. Tevens dringen wij er, gezien de financiële positie van ons
waterschap, op aan snel vaart te maken met de besluitvorming over de
huisvesting en wel ruim voor de verkiezingen van 2019. Nu we toch de tering
naar de nering zetten: wij geven u sterk in overweging te kijken naar de
mogelijkheid tot sowieso 2020 een vacaturestop in te stellen, natuurlijk
verloop niet op te vullen en de organisatie nog eens tegen het licht te houden.’
‘We gaan er vanuit dat er hard wordt gewerkt in de
organisatie, maar het valt ons op dat op vrijdag de kantoren van Almelo en
Coevorden nagenoeg leeg zijn. Ons bekruipt dan het gevoel dat er sprake is van
een bepaald soort luxe die een organisatie in zwaar weer zich niet kan
permitteren. We gaan er vanuit dat er geen centrale afspraken zijn gemaakt dat
er op vrijdag thuis wordt gewerkt.’