HET Symfonieorkest, het voormalige Orkest van het Oosten, verkeert in financieel zwaar weer en klopt daarom opnieuw bij de provincie aan om geld. Uit een rapport van bureau Berenschot blijkt, dat de situatie zeer ernstig is. Voor VVD-fractievoorzitter John Joosten is het moment gekomen om een heldere keuze te maken: ‘Het orkest moet zoals is afgesproken de eigen broek ophouden.’
Nadat de provincie een
jaarlijkse subsidie had geschrapt, is in overleg 8,3 miljoen euro overgemaakt.
Daarmee zou het orkest de overgang kunnen maken naar een nieuwe manier van
werken. Daar is volgens Joosten niets van terechtgekomen: ‘De ambities waren veel
te hoog, waardoor van allerlei initiatieven niets terecht is gekomen.’
Het plan om zelf meer geld
binnen te halen is totaal mislukt: ‘Het orkest ging uit van irreële aannames.
Waar in 2012 in heel Nederland alle orkesten samen € 2,3 miljoen aan
sponsorgeld ontvingen, dacht het orkest in zijn eentje € 5 miljoen te kunnen
verwerven. Dat bleek een illusie. Doordat niet is gesneden in de eigen
organisatie, zoals andere orkesten wel deden, zijn de kosten wel blijven
stijgen. Dat moest een keer fout gaan.’
Joosten mist de drang om
de tering naar de nering te zetten: ‘Het orkest gaat er veel te vanzelfsprekend
van uit dat de provincie wel weer zal bijspringen. Als het aan de VVD ligt gaat
dat niet gebeuren. Wij vinden dat het
orkest, zoals afgesproken, zijn eigen broek moet ophouden.’
Het zou kunnen, denkt
Joosten, dat een orkest in de huidige vorm op de schaal van Overijssel niet
levensvatbaar is: ‘Niet voor niets is er maar één orkest in de drie noordelijk
provincies en één in de drie zuidelijke. Overijssel telt ook minder inwoners en
potentiële sponsors dan de Randstad.
De oplossing is dan ofwel een kleinere vaste bezetting
en flexibele inhuur, dan wel een samengaan met een andere instelling. De
laatste optie lijkt de meest kansrijke. Daarvoor zijn twee mogelijke
kandidaten: de Nederlandse Reisopera of het Gelders Orkest. Hoe dan ook verwachten
we van de directie en raad van commissarissen op korte termijn een gedegen plan,
zonder provinciale subsidie en zonder onmogelijke
ambities.’