VVD-Statenlid Henk Veltkamp zet kanttekeningen bij de
bewering dat het aantal weidevogels in ons land afneemt als gevolg van meer
koeien in de wei: ‘De dynamiek in het landelijk gebied is veel complexer.’ Zijn
collega Roeland Fens wijst op de belangrijke rol die juist boeren spelen bij de
bescherming van vogels.
Veltkamp reageert op een discussie die is aangezwengeld door Rik Grashoff, Kamerlid van GroenLinks. ‘Het is zacht gezegd merkwaardig’, zegt Veltkamp, ‘dat we eerst een heel debat hebben gehad over dat koeien weer de wei in moeten, en als dat gebeurt is het weer niet goed. Het is bovendien veel te simpel om wat er gebeurt met een aantal volgelpopulaties alleen maar toe te schrijven aan koeien in de wei. De vogels hebben ook te lijden van soms beschermde roofdieren. Andere soorten vogels, denk aan de ganzen, doen het juist weer zo goed, dat er sprake is van overlast. Exacte cijfers heb ik niet, maar ’s avonds strijken geregeld hele koppels scholeksters, kievieten, grutto's en wulpen bij ons in het weiland naast het huis neer. Honderden tegelijk. Schitterend! Ik geloof dat weidevogels meer hinder hebben van kraaien, vossen, ooievaars en reigers. Dat zijn echte rovers.’
Zijn collega-statenlid Roeland Fens benadrukt de
belangrijke rol die de boeren spelen bij de bescherming van vogels: ‘Hun werk
op dat gebied wordt helaas te weinig gewaardeerd.’
Volgens Veltkamp toont de discussie aan dat er nog beter
duidelijk moet worden gemaakt, dat de agrarische sector niet alleen een
belangrijke bijdrage levert aan werkgelegenheid en economie, maar ook al sinds
mensenheugenis de hoeder is van het landschap en alles wat er in het landelijk
gebied leeft en groeit: ‘Die nuance moeten we blijven aanbrengen.’