Met de
installatie van Gert Brommer uit Tuk heeft de VVD weer een Statenlid uit de Kop
van Overijssel. Brommer liep sinds de verkiezingen van 2015 al mee als burgerlid.
Brommer voerde campagne met de slogan ‘Kop erbij Overijssel’. Het is volgens hem voor de Kop van Overijssel belangrijk dat het zich een deel van de provincie voelt: ‘We moeten niet denken dat we hier op een afgelegen schiereiland zitten. Durf grensoverschrijdend te denken. Maar hou wel het koppie erbij.’
Politiek
heeft hem altijd geboeid, zegt Brommer: ‘Op de middelbare school ging ik op
verkiezingsdagen al kijken naar het tellen van de stemmen. Ik wilde aan de
slag, meedoen, en ben lid geworden van VVD. Liberalisme en de partij passen bij
mij. Ik ben opgegroeid met de gedachte dat als je vrijheid geeft, je vrijheid
terugkrijgt.’
Hij woonde in Oldemarkt toen hij politiek actief werd: ‘Ik werd gevraagd voor het bestuur. Dat was hartstikke leuk. Later in Groningen was het voor de gemeenteraadsverkiezingen fanatiek campagne voeren. Ik werd ook actief in de landelijke commissie Landbouw, Natuur en Voedsel, tegenwoordig ben ik voorzitter van dit thematische netwerk. Ook vanuit mijn werk weet ik hoe belangrijk de agrarische sector is voor Nederland.’
Voor de
provincie ziet Brommer een belangrijke rol als partij die boven de gemeenten
staat: ‘Wat we bijvoorbeeld niet moeten hebben is dat gemeenten allemaal zelf
industrieterreinen gaan aanleggen. Als provincie kun je naar het algemene
belang kijken. Zorgen voor verbinding. Als je iets voor elkaar wilt krijgen kun
je dat het beste samen doen, in plaats van ieder voor zich.’
Volgens
Brommer is politiek vooral ook goed kijken naar wat je niet doet: ‘De overheid,
ook de Provincie, moet ruimte laten, zodat we van boer tot bouwmarktbezitter
zoveel mogelijk zelf kunnen bepalen hoe we onze zaken regelen. Het is wel
belangrijk dat de randvoorwaarden goed zijn geregeld. Overijssel is langgerekt,
van Tuk, waar ik met mijn vrouw en twee jonge kinderen woon, tot de Duitse
grens. Veel van de oost-westverbindingen zijn provinciale wegen. Die moeten op
orde zijn en veilig. Daar ga ik me graag voor inzetten.’