Vandaag was minister
Melanie Schultz-van Haegen op bezoek in Kampen, waar ze sprak met inwoners en
ondernemers. Voor VVD-Statenlid Regien Courtz en de Kamper
VVD-fractievoorzitter Beent Keulen een mooie gelegenheid om te laten zien dat
de regio samen met gemeenten, provincie en Rijk de handen uit de mouwen steekt.
Het heeft niet zoveel
zin om alleen maar heel hard te roepen wat je nodig hebt uit Den Haag, zegt
Courtz: ‘Dat heb ik dan ook niet gedaan. We zetten in op constructieve
samenwerking en concrete resultaten. Denk daarbij aan alle afspraken die we met
de minister hebben gemaakt, over A1, Kornwerderzandsluis, N35, N50, N36.’
‘We laten vandaag
zien dat we de handen uit de mouwen willen steken. De Hanzementaliteit, de
ondernemerszin zit hier diep geworteld. Wanneer we samen dingen voor elkaar
kunnen krijgen, gaan we daarvoor. Dat blijkt uit de gezamenlijke lobby, ook met
ondernemers en de cofinanciering vanuit de provincie en regio. We zijn bereid
samen te investeren, samen stappen te maken en verder te komen. Dat wordt
gewaardeerd in Den Haag.’
‘We moeten daarbij
grensoverstijgend denken. Wat goed is voor de regio, is goed voor Overijssel en
voor de BV Nederland Ook daar zit de
kracht van de Regio Zwolle-Kampen. Grenzen zijn vaak niet meer dan lijntjes op
een kaart, historisch gegeven. Als Overijsselse volksvertegenwoordiger vindt ik
het ook belangrijk dat Twente mee gaat profiteren. Dat de verbinding echt
gelegd wordt, ook fysiek. Twente telt veel startups, maar op het moment dat het
snelle groeiers worden trekken ze weg. Die wil ik behouden voor Overijssel.
Daarvoor zijn goede verbindingen cruciaal. Over de weg, maar ook met Den Haag,
met de minister. We staan nu op de agenda, de verbinding ligt er, en ik hoop
dat dat ook met haar opvolger zo zal blijven. Dat is één van de redenen waarom
het belangrijk is dat we 15 maart VVD stemmen.’
De Kampense
VVD-fractievoorzitter Beent Keulen is het met Courtz eens: ‘Wij bieden voor de
ontwikkeling van de regio Zwolle-Kampen prima mogelijkheden voor
bedrijfsvestiging en wonen. Daarbij zijn goede verbindingen over weg, water en
spoor van essentieel belang. Den Haag en regio moeten daarin samen de
verantwoordelijkheid nemen. Beschikbare middelen voor infrastructuur
gelijkelijk verdelen over Nederland. Dat geef ik graag de minister mee als
aandachtspunt voor een volgend kabinet.’
Schultz zei in Kampen
dat onze infrastructuur de ruggengraat is van onze economie: ‘Blijven
investeren is belangrijk, daar waar een euro het meeste rendement oplevert.
Overijssel is belangrijk voor onze economie, daarom investeren we hier. De
provincie staat zeker op ons netvlies.’ Cofinanciering speelt daar volgens haar
een belangrijke rol bij. ‘Het laat weer eens zien’, zegt Courtz, ‘dat zelf
investeren in wegen nuttig is. Het levert telkens weer resultaat voor
Overijssel op. Het zijn welbestede euro’s.’