Een werkdag van gedeputeerde Monique van Haaf

Wat maakt het werk van gedeputeerde Monique van Haaf zo leuk? Vandaag ga ik een dag met haar op pad om dat te ervaren. Om kwart over acht vertrek ik naar Deventer. Om negen uur stapt Monique, nadat ze haar dochter naar school heeft gebracht, fris en fruitig in de auto. Ze checkt meteen haar mail. Gelukkig zijn er geen urgente zaken die haar aandacht vragen.

We vertrekken naar ‘Samen bouwen aan een nog mooier Overijssel’ in Hengelo. Het doel van deze door de provincie georganiseerde bijeenkomst is gezamenlijk een koers bepalen en vorm geven aan een breed gedragen ruimtelijk beleid voor de provincie. Veranderingen in de samenleving vragen daar ook om. De inbreng van mensen, ondernemers en organisaties is belangrijker dan ooit.

Monique geniet van deze manier van werken en dat merk je. Wat mij opvalt is dat ze weinig aandacht voor zichzelf opeist. Als ik haar daarnaar vraag, zegt ze dat het op dagen als deze niet om haar draait: ‘Ik wil heel graag dat mensen met elkaar in gesprek gaan, geïnspireerd raken door elkaar. De dilemma’s benoemen, maar die niet ten koste van de ander proberen op te lossen. Ook het van te voren helemaal regisseren van een bijeenkomst is niet mijn stijl. Ik geeft de vrijheid en verantwoordelijkheid graag aan de betrokken ambtenaren. Ik werk zelf graag op die manier, dus ik ga er vanuit dat een ander zo ook beter zijn of haar werk kan doen.’

Tussendoor heeft Monique nog een aantal afspraken staan. Tijdens de gesprekken is ze eerlijk en direct. Ze maakt zaken niet mooier dan ze zijn en schroomt niet om een advies mee te geven.

Aan het eind van een mijns inziens geslaagde dag drinkt Monique nog een drankje met dagvoorzitter André van der Zee en wordt de bijeenkomst geëvalueerd. In de auto onderweg terug naar huis vraag ik Monique wat ze het leukst vindt aan haar rol als gedeputeerde. Het is met name de afwisseling die haar zo aanspreekt: ‘Je zit op een positie waar je daadwerkelijk het verschil kunt maken. De gekozen bestuursstijl biedt ook veel ruimte om te kunnen experimenteren.’

Terug in Deventer haast Monique zich naar binnen. Ze is nog net op tijd om haar dochter welterusten te wensen.