Perspectiefnota 2023, Ruimte en Water


Perspectiefnota 2023, Ruimte en Water

Onlangs las ik een citaat van Gedeputeerde Staten: “We streven naar fraaie dorpen en vitale steden”. Dat is een mooi volzin, maar er zijn meer dorpen niet fraai, dan wel fraai, overal is men zoekende om hun dorp aantrekkelijk te maken. Echter jarenlange procedures en geen geld bij de gemeenten nekken uiteindelijk de plannen en zetten verdere groei stil. Gemeenten maken in hun eigen gemeente vaak met veel sier en theatrale gebaren duidelijk dat het in hun gemeenten goed werken, wonen, leven en vertoeven moet zijn. Maar in de praktijk laten gemeenten steken vallen en halen ze die doelen niet.

 
Leferink: “Ik hoor graag van de GS  of zij kan aangeven welke rol hier zij hierin zou kunnen vervullen. Wellicht net als in het woningentekort een aanjaagteam voor de ontwikkeling van dorpen en kleine kernen en het platteland in zijn algemeenheid”.

 

Vorig jaar vroeg ik bij de behandeling van de P-nota 2022 hoe het zit met de continuïteit van de financiële middelen m.b.t. de netwerkverbanden Woonkeuken en Stadsbeweging. Antwoord door uw college was: Beide programma zijn door uw Staten in januari 2021 vastgesteld en lopen tot en met 2023. Nu echter tref ik in de bijlage 2 van het statenvoorstel aan dat door de onzekere koopkrachtontwikkeling vanwege de transitie in de Retail en vitaliteit van binnensteden door Corona de bodem van de financiële middelen in zicht is, kortom de beschikbare investeringsgelden zijn naar verwachting einde 2022 uitgeput. Dat baart de VVD zorgen, we zijn halverwege een belangrijk doel van de beide netwerken, namelijk de versnelling van de woningbouw te realiseren, waarbij de centra van grote en kleine steden middels integrale aanpak zoals retail, samenwerking, visievorming en initiatieven en innovaties hand in hand gaan met transformatie. Een belangrijke stap voorwaarts.

 

Leferink: “Ik vraag daarom de aandacht van mijn collega woordvoerders om een eventuele extra bijdrage uit het fonds van de ‘mogelijk aanvullende voorstellen’ als in bijlage 2 van het statenvoorstel genoemd te ondersteunen’’.

 

De VVD is blij te constateren dat de wooninitiatieven ouderen expliciet benoemd worden in het voorstel. (1) Graag zou ik van de gedeputeerde vernemen welke status voornoemd initiatief op dit moment heeft, zijn er al vorderingen, of is het alleen nog bij gesprekken en plannen gebleven? (2) Kan de gedeputeerde ons van de ontwikkelingen dienaangaande op de hoogte houden? Tot slot voorzitter: In het voorstel staat, de voorbereidingen op de nieuwe omgevingswet doorgaan. GS constateert dat het digitale stelsel (DSO=Digitaal Stelsel Omgevingswet) op 1 juli 2022 nog niet op niveau zal zijn. Dat is in mijn beleving nog zacht uitgedrukt ten tijde van het per se gaan van dit Statenvoorstel. Inmiddels is op 10 juni jl. via de media melding gemaakt dat de problemen met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) >een cruciaal onderdeel van de uitvoering van de Omgevingswet<, opnieuw tot onrust en vertraging zal leiden. Voor een groot deel van de 1e Kamer is de garantie van een goed werkend DSO een voorwaarde om met invoering van de wet in te stemmen. In twijfel wordt zelfs getrokken of 1 juli 2023 wel haalbaar zal zijn. 


Leferink: “Deelt de gedeputeerde onze zorgen ten aanzien van de problematiek en hoe kijkt GS in zijn algemeenheid aan tegen deze recente ontwikkelingen en berichtgeving in de media rondom het DSO’’?