Koersdocument openbaar vervoer biedt nieuwe kansen voor Overijssel

Afgelopen woensdag spraken Provinciale Staten over het koersdocument openbaar vervoer, waarin staat beschreven waar Overijssel heen wil de komende jaren. VVD-Statenlid Regien Courtz pleit ervoor vooral naar de kansen te kijken.

Naar de herijking van het openbaar vervoer kunnen we van twee kanten kijken, zegt Courtz: ‘We kunnen het primair zien als een operatie, waarmee we onze balans op orde krijgen. Of we spelen er vooral mee in op een veranderende samenleving, met andere behoeften en nieuwe mogelijkheden. Allebei zijn nodig, maar als VVD denken we vooral vanuit een perspectief op de toekoms.

Op dit moment wordt meer dan de helft van de kosten van het Openbaar Vervoer gedekt door subsidies. Het is dus allesbehalve kostendekkend. Dat kan zo niet langer, maar wij denken dat het ook niet langer zo hoeft. Het is onze stellige overtuiging, dat wanneer je in dit dossier vanuit de kans redeneert, het structurele evenwicht volgt.

De VVD is een groot voorstander van optimale mobiliteit en bereikbaarheid. Dan gaat het niet alleen om asfalt; ook al geldt de auto, zoals we kunnen lezen in het koersdocument, nog steeds als het favoriete vervoersmiddel. Wij voelen er niets voor om daar als overheid dwars tegenin te gaan, en mensen uit de auto het OV in te jagen.

We zien wel het belang van een goed en betaalbaar OV, van trein- en busverbindingen en aanvullend vervoer, zodat zoveel mogelijk locaties optimaal bereikbaar zijn. Omdat de middelen niet onuitputtelijk zijn, zullen we beredeneerde keuzes moeten maken. Met als leidraad het belang van mobiliteit en bereikbaarheid voor de Overijsselse economie en werkgelegenheid. Voor zover we daar als provincie een rol in kunnen spelen.

We komen straks op het punt een concessie te verlenen voor Midden-Overijssel.Het koersdocument biedt wat ons betreft afdoende kaders voor het kernnet. We steunen de plannen van GS, maar vinden het wel belangrijk om betrokken te blijven. Welke vraag wordt er straks bijvoorbeeld aan de markt voorgelegd? Ik wil als volksvertegenwoordiger graag kunnen uitleggen wat er gaat veranderen en waarom.

Het koersdocument besteedt ook aandacht aan de mobiliteitsmix, het deel dat buiten het kernnet valt. Hier ligt ruimte voor ontdekking, voor nieuwe initiatieven, waar de provincie meer loslaat dan regisseert.

In de commissievergadering vond ik het al jammer dat een aantal partijen denkt vanuit het huidige aanbod. Hierbij wordt voorbij gegaan aan de veranderende samenleving en vraag. Dankzij nieuwe technologische ontwikkelingen is nu al veel meer mogelijk dan we ooit konden denken. We hebben e-bikes en uber-achtige inititieven. Zelfrijdende auto’s en zweefvoertuigen zijn geen fantasie, maar worden realiteit. Niemand kan voorspellen waar we over tien of vijf of zelfs volgend jaar staan. Laten we deze onvoorspelbaarheid niet als bedreiging zien, maar als kans.

Wij als VVD willen vooral pleiten voor ruimte in de mobiliteitsmix. Loslaten, faciliteren en stimuleren. Ga vooral wat doen, experimenteer en ontdek. En ja, daar hoort een risico bij. Niet alles zal succesvol blijken. Maar wanneer er vraag is bij onze inwoners, zijn er genoeg slimme partijen in de samenleving die hierop in willen spelen. Geef de ruimte om te experimenteren. Geef de ruimte aan pilots en proeftuinen, voor innovatie. Ik sprak in Olst-Wijhe met mensen over de proef met e-bikes. De jeugd is enthousiast. Ze zijn flexibel, bepalen zelf wanneer ze vertrekken en aankomen. Zijn niet afhankelijk van de bus die op gezette tijd rijdt. De winst is vrijheid.

Wij vinden dan ook dat de mobiliteitsmix niet ingekaderd moet worden, maar dat het accent hier moet liggen op flexibiliteit en ruimte. Een snel veranderende samenleving vraagt om continue bijstelling en een open vizier. Laten we ook transparant zijn en nu meteen een zorg wegnemen die bij velen leeft: de mobiliteitsmix betekent niet dat elke bus buiten de stad verdwijnt. Waar meer dan acht personen er gebruik van maken, blijft die gewoon rijden. Maar niet alles kan en zal hetzelfde blijven. Het zal op punten pijn gaan doen, dat is inherent aan verandering.

Het op voorhand al garanderen van gelijkblijvende mobiliteit of werkgelegenheid klinkt heel sympathiek, maar we zullen inkomsten en uitgaven goed tegen elkaar moeten afwegen. Dat betekent dat we zaken wel kunnen nastreven, maar niet garanderen.’